Omgevingsbemiddeling: Sleutel tot herstel van het falende ruimtelijk beleid in Vlaanderen?


Omgevingsbemiddeling: Sleutel tot herstel van het falende ruimtelijk beleid in Vlaanderen?

Begin 2025 studeerde ik af als omgevingsbemiddelaar aan de Universiteit Antwerpen. De omgevingsbemiddelaar is een ambassadeur van een nieuw ruimtelijk bestuursmodel die preventief en/of curatief onderhandelt en bemiddelt tussen verschillende actoren binnen een complex ruimtelijk proces met als doel de reguliere besluitvorming te versnellen en de ecologische, ruimtelijke en sociale meerwaarde te vergroten. Tijdens mijn opleiding raakte ik steeds meer overtuigd van de waarde van omgevingsbemiddeling als instrument om vastgelopen ruimtelijke projecten vlot te trekken. Niet alleen omdat het polarisatie vermindert, maar vooral omdat het een diepere systemische impasse blootlegt: het ruimtelijk (vergunnings)beleid in Vlaanderen zit muurvast. De redenen daarvoor zijn complex, maar één ding is duidelijk: omgevingsbemiddeling kan een cruciale rol spelen in het uit de knoop halen van een beleid dat steeds meer gedomineerd wordt door juridisering, frustratie en versnippering.

Vlaams ruimtelijk beleid verzuipt in zijn eigen regels

In hun opiniestuk “Vlaanderen verzuipt in zijn ruimtelijke regels” leggen Tom Coppens en Guy Vloebergh de vinger op de wonde. De Vlaamse omgevingsambtenaar moet vandaag vergunningen beoordelen op basis van een KB uit 1972. De planningsinstrumenten zijn verouderd, overlappend, juridisch complex en voldoen niet langer om aspecten zoals klimaatverandering, bouwshift en bescherming van biodiversiteit en open ruimte te borgen. Vlaanderen heeft nood aan een coherent, hedendaags en afdwingbaar planningskader – iets waar we intussen al jaren op wachten. 

Wat we vandaag zien, is een juridisch kluwen waarin uitzonderingen, afwijkingen en sectorale toetsen (watertoets, MER, stikstofstudies…) elkaar in de weg zitten. Elke vergunningsaanvraag dreigt een mini-planproces te worden, zonder duidelijke visie of beleidskader. Lokale besturen moeten dat moeras beheren met beperkte capaciteit, wat leidt tot willekeur, traagheid en een gebrek aan transparantie. De gevolgen zijn voorspelbaar: mensen verliezen vertrouwen, projecten verzanden, en conflicten escaleren.

De klacht als symptoom, niet als oorzaak

De Pano-reportage “De kracht van de klacht” toonde recent hoe vergunningsprocedures vaak worden tegengehouden door klachten van burgers. De impliciete boodschap: onze ruimtelijke ontwikkeling wordt gegijzeld door een kleine groep die elke vooruitgang frustreert. Maar die analyse is te kort door de bocht en versterkt helaas de polarisatie. In omgevingsbemiddeling hebben we geleerd om het narratief breed te houden en framing te vermijden. Ons ruimtelijk beleid voedt NIMBY gedrag en het economisch model van de op geld bewuste klager. 

Coppens en Vloebergh maken het duidelijk: het échte probleem is planningsfalen. Als plannen helder, gedragen en juridisch onderbouwd zouden zijn, zouden vergunningen sneller én met meer rechtszekerheid kunnen worden verleend. Maar dat vergt visie, investeringen in planning, en een fundamentele vereenvoudiging van het regelgevend kader. Het is niet de klacht die blokkeert, maar het ontbreken van structuur, participatie en vertrouwen. 

Minister Jo Brouns en minister Melissa Depraetere lanceerden recent de commissie voor rechtszekere en robuuste vergunningen en de taskforce voor stedelijke ruimte en wonen om ons vergunningenbeleid onder de loep te nemen en voorstellen te formuleren voor een robuust kader. De vraag is echter of de minister ook werk zal maken van het lang verwachte Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). De Vlaamse Regering keurde reeds op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van beleidsopties op lange termijn. De Vlaamse Regering heeft hiermee een beleidslijn uitgezet die een vernieuwde filosofie en aanpak in het ruimtelijke beleid wil inzetten. De strategische visie van het BRV heeft echter niet het statuut van een ontwerp van ruimtelijk beleidsplan. Vlaanderen zet vanuit de strategische visie in op het stimuleren van lokaal initiatief (provincies, gemeenten) maar blijft zelf schromelijk besluiteloos. 

Omgevingsbemiddeling: zuurstof voor een verstikkend systeem

In deze context is omgevingsbemiddeling meer dan een conflictinstrument. Het is een democratische hefboom in een verstikkend systeem. Het biedt een informeel alternatief voor het juridische getouwtrek door ruimte te maken voor dialoog, onderhandeling en erkenning van belangen.

Concreet kan omgevingsbemiddeling:

  • de afstand tussen overheid, burger en ontwikkelaar overbruggen;
  • vroegtijdig spanningen detecteren en escalatie vermijden;
  • het gevoel van onrechtvaardigheid verminderen door transparante en inclusieve gesprekken;
  • beleid versterken door contextspecifieke oplossingen te co-creëren binnen bestaande regels.

Wanneer burgers zich gehoord voelen, hoeven ze zich minder te beroepen op klachtenprocedures. En wanneer beleid rekening houdt met hun bezorgdheden, vergroot het maatschappelijk draagvlak. 

Van juridische lasagne naar gedeelde visie

Het artikel in De Standaard stelt terecht dat Vlaanderen behoefte heeft aan een vereenvoudigd planningskader en schaalvergroting in de ruimtelijke ordening. Maar zelfs mét die hervormingen zal er nood blijven aan processen die zorgen voor verbinding tussen plannen en praktijk. En dat is precies waar omgevingsbemiddeling zijn kracht toont.

Het zou onrealistisch zijn te denken dat alle spanningen verdwijnen door betere regels. Conflicten over ruimte zullen blijven bestaan – en dat is ook gezond in een democratie. De vraag is niet of er conflicten zijn, maar hoe we ermee omgaan. Via klachten en procedures, of via constructieve dialoog?

Ruimtelijke toekomst: rechtvaardig en gedragen

Als afgestudeerd omgevingsbemiddelaar ben ik ervan overtuigd dat we op een kruispunt staan. De uitdagingen zijn enorm: verdichting, klimaatadaptatie, mobiliteit, betaalbaar wonen, open ruimte beschermen. Die vragen om ingrijpende beslissingen die alleen gedragen zullen worden als ze sociaal ingebed zijn.

Een daadkrachtig ruimtelijk beleid moet dan ook méér zijn dan het versnellen van procedures. Het moet vertrekken van duidelijke plannen, participatie en een cultuur van samenwerking. Daarin is omgevingsbemiddeling geen ‘extraatje’, maar een fundamenteel element van een toekomstgericht beleid.

Slotbeschouwing: tijd voor volwassen omgang met ruimte

Vlaanderen moet af van de idee dat klachten het probleem zijn. Het werkelijke probleem is een beleid dat zijn legitimiteit verliest door complexiteit, afstand en gebrek aan visie. De Pano-reportage heeft dat geïllustreerd, het artikel in De Standaard legt het structureel uit.

Omgevingsbemiddeling biedt een uitweg: niet door het conflict te vermijden, maar door het te begeleiden. Niet door snelheid op te dringen, maar door kwaliteit en vertrouwen op te bouwen. Alleen zo maken we van ruimte opnieuw iets gedeelds – in plaats van iets waarover gestreden wordt.

Most recent posts

Blog

Latest news

Discover more

PRE TITLE

In de kijker

Dolores eos qui ratione sequi nesciunt neque porro quisquam est qui dolorem ipsum quia dolor sit amet consectetur.

Newsletter

Subscribe to the newsletter

This way you will always be the first to know about our latest news, updates, vacancies, tips & promotions.

View previous updates

How can we help you?

We are happy to answer all your questions, big or small. Would you like more information? Then please contact us.